Ziekte van Weill
Als wetenschappelijke naam van de ziekte van Weil wordt vaak leptospirose genoemd. Dit klopt niet helemaal: de Ziekte van Weil is één van de varianten van leptospirose bij honden. Er zijn zeer veel verschillende typen van de bacterie Leptospira, die allemaal ziekte veroorzaken bij hun eigen gastheer, zoals bij de mens en de hond. Lees meer op: leptospirose bij honden
Welke van de type bacteriën leptospira de hond of de mens besmetten hangt af van omstandigheden van hun leefgebied. Muizen, ratten, maar ook runderen en varkens zijn een soort opslag voor de bacteriën. Ze scheiden de bacteriën uit met hun urine, maar worden niet ziek van een besmetting (met uitzondering van koeien).
Er bestaat een vaccinatie voor honden tegen de Ziekte van Weil.
Oorzaak Ziekte van Weil
De bacterie Leptospira die de Ziekte van Weil veroorzaakt, houdt van lauw, weinig stromend water. Ook wordt de bacterie gevonden in de urine van van muizen, ratten, runderen en varkens.
De belangrijkste besmettingsbron voor honden is dan ook het zwemmen in water dat besmet is door rattenurine. Daarnaast kan de bacterie worden overgedragen door het likken aan elkaars geslachtsdelen of door het oplikken van urine.
Maar ook het besnuffelen van een vochtige bodem, bijvoorbeeld modder, of een beet van een besmet knaagdier kunnen tot infectie van de Ziekte van Weil leiden.
Diagnose Ziekte van Weil
Bij de hond kan de ziekte zeer acuut en bij te laat ingrijpen zelfs dodelijk verlopen. Dit is meestal het geval bij jonge en/of niet-gevaccineerde honden.
LET OP: de Ziekte van Weil kan levensgevaarlijk zijn!
Het verloop van de ziekte kan echter ook geleidelijker zijn waarbij chronische nierklachten en oogproblemen kunnen optreden. Met name de nieren, de lever en de bloedvaten raken beschadigd door de bacterie.
Symptomen van de Ziekte van Weil
Het hangt af van het type leptospirabacterie welke symptomen ontstaan. Bij de acute gevallen treden binnen drie - zeven dagen na infectie symptomen van sufheid, braken, diarree, geelzucht en bloedingen in de slijmvliezen en bloed bij de urine op.
De behandeling van deze patiënten is lastig omdat de antibiotica, die de bacterie moeten bestrijden, ook slecht zijn voor de (al beschadigde) lever en nieren. Wanneer een hond ‘geneest’ van de Ziekte van Weil, kan deze dan ook blijvende schade overhouden aan de nier- en leverfunctie.
Ziekte van Weil voorkomen
Mensen moeten zeer voorzichtig zijn met geïnfecteerde honden, omdat de ziekte van Weil ook besmettelijk is voor de mens.
Symptomen van de Ziekte van Weil bij mensen zijn koorts en geelzucht.
Inenten tegen Ziekte van Weil
De impact van de Ziekte van Weil op honden is dus groot, maar de ziekte is te voorkomen. Er zijn jaarlijkse vaccinaties waar de Ziekte van Weil onder valt, uw hond is dus in te enten tegen de ziekte. De entstoffen die bij honden worden toegepast, beschermen tegen de twee meest voorkomende typen van de bacterie.
De inenting bij een jonge hond, of een eerste inenting bij een ouder dier, levert alleen een goede en voldoende lange bescherming op als tweemaal met enkele weken tussentijd wordt gevaccineerd.
Zeker bij een verhoogd risico (jachthonden, honden die graag te water gaan) is een derde inenting na een half jaar aan te bevelen.
Om de weerstand op peil te houden is een jaarlijkse herhalingsvaccinatie tegen de Ziekte van Weil nodig (bij jachthonden twee maal per jaar).
Vragen of twijfels?
Heeft u vragen over de Ziekte van Weil of denkt u dat uw hond de Ziekte van Weil heeft? Neem direct contact op met DAP Midden-Drenthe.