Vruchtbaarheid
De vruchtbaarheid van schapen en geiten is een van de belangrijkste dingen voor u als veehouder. Geen lammeren betekent immers geen inkomsten. Rondom de vruchtbaarheid komen een hoop zaken kijken:
- Keuze van de ram
- Keuze van de ooien die aangehouden worden
- Ziekten rondom aflammeren
- Voeding, mineralen, sporenelementen
Het kan handig zijn om de schapen te scannen of ze drachtig zijn en hoeveel lammeren ze krijgen, zodat u weet welke schapen u extra goed in de gaten moet houden. Daarnaast zal niet elk lam zonder hulp geboren kunnen worden en zult u soms de afweging moeten maken of een keizersnede gedaan moet worden.
Drachtonderzoek Schapen & Geiten
Door middel van echografisch onderzoek kunnen we bij schapen en geiten vanaf 35-40 dagen na de dekking vaststellen of een ooi drachtig is. Ook kunnen we onderscheid maken tussen eenling en meerlingdrachten. Het scannen doen we door de scanner in de lies van het dier te leggen. Op het beeldscherm kunnen we dan zien of een dier drachtig is of niet. Op deze manier kunnen guste (niet drachtige) dieren al in een vroeg stadium opgespoord en eventueel afgevoerd worden. U moet wel zeker weten dat de ram er 40 dagen niet bij gelopen heeft want jongere drachten kunnen we niet vaststellen. Om te kunnen bepalen hoeveel lammeren het schaap draagt moeten we iets langer kijken. Dit kan de moeite waard zijn als u van plan bent om de schapen op verschillende manieren te gaan voeren.
Natuurlijke geboorte of keizersnede
De meeste schapen lammeren op een natuurlijke weg, de een spontaan de andere met wat extra hulp (eventueel door de dierenarts). Soms lukt het schapen niet om op een natuurlijke manier te bevallen, omdat het bekken te klein is of het lam te groot. In die gevallen wordt een keizersnede gedaan. De werkwijze hierbij is als volgt:
De dierenarts voelt via de geboortegang of het lam via de normale weg geboren kan worden. Als dit niet lukt wordt besloten een keizersnede te doen. Daarvoor dient de ooi op de rechterzij te liggen, vastgebonden op een hek, stropak of grote plank. Dan scheert de dierenarts de plek op de buik waar de snede moet komen. Deze plek wordt vervolgens goed gewassen, ontvet en gedesinfecteerd. Op de plaats van de snede wordt de ooi lokaal verdoofd met een injectie. De snede wordt gemaakt en de huid, onderhuids vet en spierlagen worden voorzichtig ingesneden. Vervolgens wordt de buik geopend en gaat de dierenarts op zoek naar de baarmoeder. Is de baarmoeder in zicht, dan wordt deze voorzichtig naar buiten getrokken en geopend. Het lam wordt uit de vliezen gehaald en aan de poten eruit getrokken. Bij de ooi worden baarmoeder, spierlagen en huid gehecht. Nu kan ze losgemaakt worden en het lam melk geven. Als het goed is staat het lam al in het hok of is het druk bezig op te staan op het moment dat de dierenarts klaar is.