Ziekten/aandoeningen bij het paard.
Atypische myopathie
Atypische myopathie is een zeer ernstige, meestal levensbedreigende, spierziekte bij paarden. Atypische myopathie wordt ook wel weidemyopathie genoemd omdat het meestal voorkomt bij paarden die veel op de wei lopen. Atypische myopathie wordt veroorzaakt door het eten van esdoornbladeren, – zaden en/of –spruiten waarin de giftige stof hypoglycine A zit. Meestal treedt atypische myopathie op in het najaar, zodra de herfst begint en er bladeren en zaden van de bomen vallen en zodoende in de wei terecht komen. Minder vaak komt atypische myopathie voor in het voorjaar als de zaden die in het najaar niet opgeruimd of opgegeten zijn op het land ontkiemen.
Symptomen
Atypische myopathie treedt vaak heel plotseling op en de symptomen verergeren snel. De stofwisseling in de skeletspieren wordt door de giftige stof hypoglycine A zodanig aangetast dat een paard moeilijk tot niet meer kan bewegen. Meestal zijn de eerste verschijnselen spierzwakte of stijfheid. Vaak vertonen de zieke paarden spiertrillingen en is er sprake van een verhoogde ademhaling en hartslag. Veelal gaan de paarden meer liggen of kunnen ze niet meer opstaan, hierdoor kunnen ze koliekerig lijken. Een duidelijk verschil met koliek is dat paarden met atypische myopathie vaak donkere, koffiekleurige urine hebben. Bij bloedonderzoek valt een enorme stijging van de spierenzymen op.
Atypische myopathie kan, ook bij kerngezonde paarden, binnen 24 uur fatale gevolgen hebben door de massale spierafbraak. Soms treedt atypische myopathie zo acuut op dat paarden dood in het land aangetroffen worden zonder dat een ziektebeeld is gezien.
Behandeling
Atypische myopathie wordt gelukkig steeds beter herkend en als zodanig behandeld. Desondanks overlijdt bijna 75% van de paarden binnen drie dagen aan de gevolgen van atypische myopathie. Voor een kans op herstel is het belangrijk het paard absolute rust te geven en warm te houden. Hierom kan een paard met atypische myopathie niet vervoerd worden. Vaak zal de dierenarts het paard infusen toedienen en daarnaast ontstekingsremmers/pijnstillers geven om het paard zo comfortabel mogelijk te houden en de spierfunctie te ondersteunen.
Raadpleeg bij een vermoeden van atypische myopathie direct een dierenarts! Geef het paard onmiddellijk absolute rust en hou het warm. Haal indien mogelijk alle andere paarden uit het weiland om meer zieke dieren te voorkomen. Zet de paarden bij voorkeur op stal of verhuis ze naar een ander weiland.
Esdoorn als oorzaak van atypische myopathie
De oorzaak van atypische myopathie is de stof hypoglycine A. Hypoglycine A is soms aanwezig in esdoorns, een bomensoort die veelvuldig in Nederland voorkomt. Onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en onderzoeksinstituut RIKILT uit Wageningen onderzochten in 2014 en 2015 monsters van de drie meest voorkomende esdoornsoorten in Nederland. Zij onderzochten de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus L.), de Noorse esdoorn (Acer platanoides L.) en de veldesdoorn of Spaanse aak (Acer campestre L.). Bij de veldesdoorn en de Noorse esdoorn werd de gifstof niet aangetroffen. Hypoglycine A is echter wel in elk monster van de gewone esdoorn gevonden. Daarnaast is uit een eerder onderzoek in Amerika naar voren dat ook de zaden van de Vederesdoorn (Acer negundo) de gifstof hypoglycine A bevatten.
Echter, er zijn in Nederland vele duizenden weilanden waar gewone esdoorns in de buurt staan maar waar de paarden toch niet ziek worden. De aanwezigheid van hypoglycine A in de bladeren, zaden en spruiten van de gewone esdoorn wil dus niet zeggen dat deze boom per definitie onveilig is. Bovendien blijkt ook de hoogte van de concentratie hypoglycine A niet veel te zeggen over het ziek worden van paarden. Het lijkt er dus op dat er meer, vooralsnog onbekende, factoren een rol spelen bij het ontstaan van atypische myopathie.
Atypische myopathie voorkomen
Atypische myopathie is niet besmettelijk, het komt echter toch regelmatig voor dat meerdere dieren in een groep getroffen worden door de ziekte. Dit komt omdat ze dezelfde leefomgeving delen. Doordat de zaadjes van de esdoorn op kleine helikoptertjes lijken kunnen zij bovendien in een groot gebied rondom de esdoorn terecht komen. Het hoeft dus niet altijd zo te zijn dat de bewuste esdoorn direct naast het weiland staat.
De belangrijkste maatregel om de kans op atypische myopathie te verkleinen is natuurlijk het weghalen van de oorzaak van atypische myopathie. Voorkom opname van esdoornbladeren, -zaden en –zaailingen. Voer paarden met volledige weidegang, zeker in het najaar, altijd ruim voldoende, goede kwaliteit, ruwvoer bij (op een droge plek). Biedt de paarden een schuilmogelijkheid aan zodat zij niet onder de bomen hoeven te staan. De weide kan deels afgezet worden om de afstand tot de bomenrand te vergroten. Bladeren en zaden kunnen bijvoorbeeld met een bladblazer verwijderd worden. Bij storm of harde wind is het verstandig paarden binnen te zetten tot de afgewaaide takken, bladeren en zaden uit de weide zijn verwijderd.
Door er op toe te zien dat de paarden fysiek in een zo goed mogelijke gezondheid verkeren hebben zij in onverhoopt geval van ziekte de meeste kans op overleving.
Esdoornblad
Esdoorn zaailing en esdoorn zaad (helikoptertje)